Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

С нидерландского на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

de spoorwegen

Толкование Перевод

1 bretelle

bretelle [brətel]

〈v.〉

1 schouderriem ⇒ draagband, schouderband

2 〈 meervoud〉 bretels

3 〈 meestal meervoud〉 schouderbandje 〈 van beha, onderjurk〉

4 oprit 〈 autoweg〉

5 〈 spoorwegen〉 kruiswissel

♦voorbeelden:

3 bretelle d'accès • oprit 〈 van autoweg〉

bretelle de contournement • omleidingslus

bretelle de sortie • uitrit 〈 van autoweg〉

1. f
1) draagband, schouderband

2) oprit [autoweg]

3) wissel [spoorwegen]
2. bretelles
f pl

1) schouderbandjes van beha of onderjurk

2) bretels

Dictionnaire français-néerlandais > bretelle
2 aiguille

aiguille [eegŵiej]

〈v.〉

1 naald

2 wijzer 〈 klok, meetinstrument〉 ⇒ naald

3 spits 〈 toren, berg〉

4 evenaar 〈 weegschaal〉

5 〈 spoorwegen〉 wissel

6 naald 〈 van naaldboom〉

♦voorbeelden:

1    aiguille à injection • injectienaald

talons aiguilles • naaldhakken

aiguille aimantée • magneetnaald

enfiler une aiguille • een draad in een naald steken

aiguille à repriser • stopnaald

aiguille à tricoter • breinaald

  → sens

¶    chercher une aiguille dans une botte de foin • een speld in een hooiberg zoeken

f

1) naald

2) wijzer [klok]

3) spits [toren, berg]

4) wissel [spoor]

Dictionnaire français-néerlandais > aiguille
3 butoir

butoir [buutwaar]

〈m.〉

1 (deur)buffer ⇒ 〈 spoorwegen〉 stootb(l)ok

2 uiterste ⇒ limiet

♦voorbeelden:

2 date butoir • deadline

m

1) (deur)buffer

2) stootblok

3) looiersmes

4) limiet

Dictionnaire français-néerlandais > butoir
4 cabine

cabine [kaabien]

〈v.〉

1 cabine ⇒ hokje, cel

2 〈 scheepvaart〉 hut ⇒ kooi

3 〈 vervoer〉 bestuurdersruimte ⇒ 〈 luchtvaart〉 cockpit

♦voorbeelden:

1 cabine d'ascenseur • liftkooi

cabine de bain • badhokje

cabine d'essayage • pashokje, -kamer

cabine de projection • projectieruimte 〈 in bioscoop〉

cabine téléphonique • telefooncel

3 〈 spoorwegen〉 cabine d'aiguillage • wisselwachterspost

cabine spatiale • ruimtecapsule

f

1) cabine, hokje

2) hut, kooi [schip]

3) cockpit [vliegtuig]

Dictionnaire français-néerlandais > cabine
5 chemin

chemin [sĵəmẽ]

〈m.〉

1 weg ⇒ pad

2 weg ⇒ traject, afstand

3 weg ⇒ richting, toegangsweg

4 weg ⇒ wijze, middel

5 loper

♦voorbeelden:

1    〈 computer〉 chemin d'accès • pad

chemin de ronde • weergang, omloop

chemin de roulement • taxibaan

chemin de traverse • zijweg

voleur de grand chemin • struikrover

〈 figuurlijk〉 chemin battu • gebaande wegen

en chemin • onderweg

trouver qc. sur son chemin • iets op zijn weg vinden

2    deux heures de chemin • twee uur gaans

faire du chemin • goed opschieten

chemin faisant • onderweg

passer son chemin • z'n weg vervolgen, verder gaan

prendre le chemin des écoliers • de langste weg nemen

s'arrêter en chemin • halverwege ophouden

3    〈 spreekwoord〉 tous les chemins mènent à Rome • alle wegen gaan (leiden) naar Rome

rebrousser chemin • op zijn schreden terugkeren

rester dans le droit chemin • op het rechte pad blijven

sortir du droit chemin • van het rechte pad afraken

4    aller son chemin • stilletjes zijn gang gaan

faire son chemin • het ver brengen

ouvrir, tracer, montrer le chemin • het voorbeeld geven

ne pas y aller par quatre chemins • recht op zijn doel afgaan

  → bonhomme

5    chemin d'escalier • traploper

¶    chemin de fer • spoorweg

les chemins de fer • de spoorwegen

chemin de fer électrique • elektrische trein 〈 speelgoed〉

(voyager) en chemin de fer • per trein (reizen)

m

1) weg

2) loper [trap, tafel]

Dictionnaire français-néerlandais > chemin
6 correspondance

correspondance [korrespõdãs]

〈v.〉

1 correspondentie ⇒ briefwisseling, post

2 overeenkomst ⇒ overeenstemming, verwantschap

3 〈spoorwegen enz.〉 aansluiting

4 〈 krant, tijdschrift〉 rubriek ingezonden stukken

5 (verkeers)verbinding 〈 tussen plaatsen〉

♦voorbeelden:

1    avoir, entretenir une correspondance avec qn. • een briefwisseling met iemand onderhouden

3    un autobus assure la correspondance à • met een bus rijdt men verder naar

prendre une, la correspondance • overstappen

  → cahier, carnet, enseignement, vente

f

1) correspondentie

2) overeenkomst, overeenstemming

3) aansluiting, verbinding

4) rubriek ingezonden stukken

Dictionnaire français-néerlandais > correspondance
7 couchette

couchette [koesĵet]

〈v.〉

1 〈 spoorwegen〉 couchette ⇒ 〈 scheepvaart〉 kooi

2 bedje

f

1) couchette, slaapwagen

2) bedje

3) kooi [schip]

Dictionnaire français-néerlandais > couchette
8 couloir

couloir [koelwaar]

〈m.〉

1 gang

2 〈 spoorwegen〉 gangpad ⇒ zijgang

3 〈meervoud; ook figuurlijk〉 wandelgangen

4 baan ⇒ rijstrook

5 〈enkelvoud; tennis〉 tramrails

6 〈 atletiek, zwemmen〉 baan

7 lawinegang

8 〈 mijnwezen〉 goot

9 〈 politiek, luchtvaart〉 corridor

10 〈 aardrijkskunde〉 dal 〈 langgerekt〉

♦voorbeelden:

4 couloir aérien • luchtcorridor

→ intrigue

1. m
1) gang

2) baan, rijstrook

3) vak tussen zijlijn voor enkel- en die voor dubbelspel [tennis]

4) baan [atletiek, zwemmen]

5) ravijn, dal, lawinegang

6) goot [mijn]
2. couloirs
m pl

wandelgangen [van de Kamers]

Dictionnaire français-néerlandais > couloir
9 déclasser

déclasser [deeklaasee]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 degraderen ⇒ aan lagerwal brengen, maatschappelijk achteruit doen gaan

2 in een lagere klasse plaatsen

3 in de war brengen ⇒ door elkaar brengen, verplaatsen

♦voorbeelden:

1 cela vous déclasse • dat is beneden uw stand

II se déclasser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 aan lagerwal raken

2 〈 spoorwegen〉 in een andere klasse reizen

v

1) degraderen, in een lagere klasse plaatsen

2) in de war brengen, overhoophalen

Dictionnaire français-néerlandais > déclasser
10 manoeuvre

manoeuvre [maanuvr]

I    〈m.〉

1 los werkman ⇒ ongeschoold arbeider

II 〈v.〉

1 (be)handeling ⇒ bediening, (het) sturen, (hand)greep

2 〈 leger〉 manoeuvre

3 manoeuvre ⇒ kunstgreep

4 〈 meervoud〉 want ⇒ touwwerk

5 〈 spoorwegen〉 (het) rangeren

♦voorbeelden:

1    fausse manoeuvre • verkeerde wending; 〈 figuurlijk〉 misgreep

faire des manoeuvres • manoeuvreren

3    manoeuvres électorales • verkiezingsknoeierijen

déjouer les manoeuvres de qn. • iemands streken verijdelen

  → champ

4    manoeuvres courantes • lopend want

manoeuvres dormantes • vast want

1. m
ongeschoolde arbeider
2. f
1) manoeuvre

2) behandeling, bediening, besturing
3. manoeuvres
f pl

want, touwwerk

Dictionnaire français-néerlandais > manoeuvre
11 matériel

matériel¹ [maateerjel]

〈m.〉

1 materiaal ⇒ stof

2 materieel ⇒ uitrusting, gerei

3 〈 computer〉 hardware ⇒ apparatuur

♦voorbeelden:

2    matériel de couchage • beddengoed

〈 spoorwegen〉 matériel roulant • rollend materieel

matériel scolaire • leermiddelen

————————

matériel² [maateerjel]

〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉, matériellement [maateerjelmã] 〈 bijwoord〉

1 materieel ⇒ stoffelijk

2 feitelijk ⇒ werkelijk, concreet ⇒ 〈 bijwoord ook〉 in feite

♦voorbeelden:

1    〈 informeel〉 la matérielle • het levensonderhoud, de kost

cela leur assurera la matérielle • daarmee kunnen ze de schoorsteen rokend houden

2    preuve matérielle • tastbaar bewijs

temps matériel • de tijd die nodig is om iets te doen

je n'ai pas le temps matériel de le faire • ik heb daar gewoon de tijd niet voor

1. m
1) materiaal, stof

2) materieel, uitrusting

3) hardware
2. matériel/-elle
adj

1) materieel

2) feitelijk, concreet

Dictionnaire français-néerlandais > matériel
12 rail

rail [raaj]

〈m.〉

1 rail

2 〈 enkelvoud〉 trein(verkeer) ⇒ spoorwegen

3 〈 enkelvoud〉 treinvervoer

♦voorbeelden:

1 rail de rideau • gordijnrail, -roede

rail (de sécurité) • vangrail

〈 figuurlijk〉 remettre sur les rails • weer op gang helpen, weer op het goede spoor zetten

sortir des rails • ontsporen

par rail • per trein, per spoor

————————

rail (de sécurité)

vangrail

m

1) rail

2) treinverkeer, -vervoer

Dictionnaire français-néerlandais > rail
13 verrou

verrou [verroe]

〈m.〉

1 grendel 〈 van deur〉 ⇒ knip, schuif

2 grendel 〈 van geweer〉 ⇒ veiligheidspal

3 〈 spoorwegen〉 wisselgrendel

4 hindernis ⇒ hinderpaal

♦voorbeelden:

1 être sous les verrous • achter slot en grendel zitten

mettre le verrou • de deur op de knip doen

m

1) grendel

2) wisselgrendel [spoor]

3) hindernis

Dictionnaire français-néerlandais > verrou
14 ballast

ballast [baalaast]

〈m.〉

1 〈 spoorwegen〉 ballast

2 〈 scheepvaart〉 ballasttank

Dictionnaire français-néerlandais > ballast
15 cabrouet

cabrouet [kaabroe.e]

〈m.〉

♦voorbeelden:

¶ 〈 spoorwegen〉 passage à cabrouets • oversteekplaats voor bagagewagentjes

Dictionnaire français-néerlandais > cabrouet
16 canton

canton [kãtõ]

〈m.〉

1 kanton 〈 in Frankrijk, Zwitserland, België〉

2 〈 wegen, spoorwegen〉 kanton ⇒ baanvak, blok

♦voorbeelden:

1 le canton de Berne • het kanton Bern

le lac des Quatre Cantons • het Vierwoudstedenmeer

Dictionnaire français-néerlandais > canton
17 fourgon

fourgon [foergõ]

〈m.〉

1 〈 spoorwegen〉 bagagerijtuig ⇒ bagagewagen

2 (goederen-, transport-, vracht)wagen

3 pook

♦voorbeelden:

2 fourgon cellulaire • celwagen

fourgon postal • postwagen

Dictionnaire français-néerlandais > fourgon
18 *heurtoir

*heurtoir ['urtwaar]

〈m.〉

1 (deur)klopper

2 〈 spoorwegen〉 stootblok ⇒ stootjuk

Dictionnaire français-néerlandais > *heurtoir
19 interville

interville [ẽterviel]

〈 bijvoeglijk naamwoord〉〈 spoorwegen〉

1 intercity-

Dictionnaire français-néerlandais > interville
20 langue-de-carpe

langue-de-carpe [lãgdəkaarp]

〈v.〉

1 〈 spoorwegen〉 stophouweel

2 〈 ambachtelijk〉 kruisbeitel

Dictionnaire français-néerlandais > langue-de-carpe

Страницы

См. также в других словарях:

Nederlandse Spoorwegen — Type Privatised Company Industry Rail Transport Founded 1938 … Wikipedia
Nederlandse Spoorwegen — Rechtsform Naamloze vennootschap (Aktiengesellschaft) Gründung 1938 Sit … Deutsch Wikipedia
Nederlandse Spoorwegen — Nederlandse Spoorwegen … Википедия
Nederlandse Spoorwegen — El viejo (más adelante) y el nuevo (más atrás) Cuartel Central Corporativo de NS. Tren d … Wikipedia Español
Nederlandse Spoorwegen logo — The Nederlandse Spoorwegen logo is the corporate logo of Dutch railway operator Nederlandse Spoorwegen (Dutch Railways) , or NS. The logo was designed in 1968 by Gert Dumbar and Gert Jan Leuvelink for graphic design company Tel Design. It was… … Wikipedia
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen — NMBS/SNCB Unternehmensform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
Nederlandse Spoorwegen — Pour les articles homonymes, voir NS. Emblème de la NS sur un ICE 3 … Wikipédia en Français
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen/Société Nationale des Chemins de fer Belges — NMBS/SNCB Rechtsform société anonyme belge de droit public/naamloze vennootschap van publiek recht Gründung 1. Januar 2005 (in der heutigen Form) … Deutsch Wikipedia
NS Class 1200 — Nederlandse Spoorwegen Class 1200 ACTS 1255 at Amersfoort. Power type Electric Builder Werkspoor (mech.); Heemaf (elec.) after design from Baldwin and Westinghouse Build date … Wikipedia
История железных дорог Нидерландов — Открытие первой железной дороги в Нидерландах История железных дорог Нидерландов начинается 20 сентября 1839 года, когда первый поезд преодолел расстояние в 16 километров между Амстердамом и Хаарлемом … Википедия
NS Class 6400 — Railion 6418 John (2009) Builder MaK / ABB Build date 1988 94[1] … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

de spoorwegen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

de spoorwegen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: